Het herstel van Clifton

Clifton: “Eigenlijk heb ik me altijd een buitenstaander gevoeld. Als vierjarige jongen verhuisde ik met mijn ouders van Den Haag naar Tegelen. Daar waren ze niet gewend aan gekleurde mensen, dus we werden niet echt opgenomen in de buurt. Daarnaast ben ik overgevoelig.

In onze Surinaamse cultuur wordt dit gezien als een gave, maar eigenlijk had ik er vooral last van. Ik kreeg heel veel prikkels binnen, wist niet hoe ik ermee om moest gaan en voelde me onbegrepen. Daardoor kreeg ik depressieve gevoelens. Ook reageerde ik vaak – mede door frustratie –luidruchtig, waardoor ik als agressief werd beschouwd.

Stapje voor stapje vooruit

Uiteindelijk werd de situatie zo ernstig dat ik in behandeling kwam bij MET ggz. Daar kreeg ik de diagnose Autisme(spectrum). Mijn visioenen werden bestempeld als ‘psychose’. Met medicatie werd geprobeerd de klachten te verhelpen, maar daar kreeg ik weer lichamelijke klachten van. Het ging beter toen ik een andere behandelaar en begeleidster kreeg. Zij zagen in dat de traditionele manier van behandelen bij mij niet werkte.

Door samen met mij te werken aan mijn zelfvertrouwen en me te leren hoe ik anders kon omgaan met mijn gave en alle vooroordelen, ging ik stapje voor stapje vooruit. Vooral de begeleiding aan huis van MET de wijk heeft me geholpen. Met het op orde krijgen van mijn financiën bijvoorbeeld. Door mijn impulsieve gedrag kocht ik namelijk heel veel op afbetaling, waardoor ik in de schulden was geraakt.

Daarnaast kon ik met mijn begeleidster goed praten over wat me dwarszat op dat moment. Ze was altijd bereid om echt de tijd voor me te nemen en te luisteren. Eindelijk had ik het gevoel dat er iemand was die me serieus nam en die – ongevraagd – ook wel eens iets extra’s voor me deed. Zo fijn!

“Ik werd me bewust van mijn vaardigheden, zoals bemiddelen tussen mensen, én kon dit ook aan anderen laten zien.”

Bij de cliëntenraad

In 2016 ging het zo goed met me, dat mijn begeleidster voorstelde om bij de cliëntenraad van MET ggz te gaan. Dat bleek voor mij de perfecte springplank om weer terug te keren in de maatschappij. Tot dan leefde ik nog heel geïsoleerd, maar door de cliëntenraad kwam ik onder de mensen, leerde ik op een positieve manier gesprekken aangaan en omgaan met reflecties van anderen.

Ik werd me daardoor bewust van mijn vaardigheden, zoals bemiddelen tussen mensen, én kon dit ook aan anderen laten zien. Dat werd gewaardeerd: ik schopte het zelfs tot vicevoorzitter. Ook mocht ik aanschuiven bij de proeftuin Donderberg en bij de stuurgroep De Nieuwe GGZ! Dat gaf me voldoende zelfvertrouwen om op eigen kracht verder te kunnen.

En nu? Ik heb een fijne huurwoning, ben al twee jaar geen cliënt meer bij MET ggz en werk aan een ondernemingsplan om een eigen bedrijf te starten. Natuurlijk zijn er af en toe nog slechte dagen, maar daar kan ik goed mee omgaan.”