Behandel- programma Psychotrauma Roermond

Tijdens deze behandeling staat de cliënt stil bij verschillende traumatische beelden, inclusief de bijbehorende gedachte en het bijbehorende gevoel. Tegelijkertijd wordt hij/zij afgeleid door bijvoorbeeld met de ogen de vingers van de behandelaar te volgen. Dit brengt het verwerkingsproces op gang, waarbij emoties, beelden en andere herinneringen kunnen opkomen. Stilstaan bij het beeld waarvoor de cliënt angstig is en tegelijkertijd afgeleid worden, maakt dat de herinnering haar kracht en emotionele lading verliest. Het wordt dus steeds gemakkelijker om aan het trauma terug te denken.

Tijdens ‘imaginaire exposure’ wordt de cliënt op een systematische manier en onder veilige omstandigheden stilgezet bij zijn/haar traumatische herinneringen. Juist omdat dit zoveel angst oproept en de neiging bestaat om dit te vermijden zal de behandelaar de cliënt stimuleren om in detail hierbij stil te staan. Hierdoor neemt de angst af. Ook krijgt de cliënt meer controle over de herinnering en kan hij/zij op een meer genuanceerde wijze betekenis geven aan de herinnering. Hiernaast wordt binnen de behandeling aandacht besteed aan het doorbreken van de vermijding van zaken in de omgeving die gekoppeld zijn aan het trauma of triggers vormen, zoals bepaalde plekken, ruimtes of personen. Dit heet ‘exposure in vivo’.

De behandeling vraagt een actieve inzet. Voor een zo goed mogelijk resultaat van de behandeling wordt gevraagd om de opname van de sessie zo’n 5 maal per week af te luisteren. Hiernaast oefent de cliënt in de eigen omgeving om beangstigende activiteiten weer te durven ondernemen.

Bij ’imaginatie met rescripting’ zal steeds een klein deel van een traumatische situatie opgeroepen worden en wordt de herinnering samen met de therapeut herschreven. De cliënt beeldt zich in hoe hij/zij zou willen dat de gebeurtenis afloopt enEye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) verbeeldt zich ook dat hij/zij dit uitvoert. Hierdoor krijgt de cliënt de mogelijkheid om de gevoelens, behoeftes en acties te uiten die hij/zij op dat moment moest onderdrukken. Daarnaast leert de cliënt meer contact te krijgen met de eigen behoeften, en gedrag te verbinden aan gevoel. Hij/zij leert bijvoorbeeld om gevoelens van machteloosheid of boosheid handen en voeten te geven. Deze methode is erg geschikt is voor mensen die in hun jeugd veel tekort zijn gekomen, zoals steun, liefde, goedkeuring en waardering. De behandeling vraagt een actieve inzet. Voor een zo goed mogelijk resultaat van de behandeling wordt gevraagd om de opname van de sessie zo’n 5 maal per week af te luisteren.

Cognitieve verwerkingstherapie (CPT) is een specifiek type cognitieve gedragstherapie die effectief is bij het verminderen van de symptomen van PTSS die zijn ontstaan ​​na het ervaren van een verscheidenheid aan traumatische gebeurtenissen. CPT wordt over het algemeen gegeven gedurende twaalf (groeps)sessies en helpt cliënten te leren hoe ze negatieve overtuigingen die verband houden met het trauma kunnen uitdagen en veranderen. Door dit te doen, creëert de cliënt een nieuw begrip en een nieuwe kijk op de traumatische gebeurtenis, zodat de aanhoudende negatieve effecten ervan op het huidige leven worden verminderd.

Narratieve Exposure Therapie (NET) is een behandeling waarin de levensgeschiedenis van de cliënt centraal staat. De behandeling is speciaal voor vluchtelingen, (ex) militairen en mensen met vroegkinderlijke trauma’s. De cliënt en behandelaar leggen in één sessie de levenslijn waar symbolen beurtelings op chronologische volgorde langs de levenslijn gelegd. Zo symboliseren stenen de schokkende gebeurtenissen in het leven en (kunst)bloemen de mooie momenten. Kaarsjes staan symbool voor momenten van rouw en stokjes staan symbool voor momenten met geweld. Aan het einde wordt een foto of tekening van de levenslijn gemaakt. Alle gebeurtenissen worden vervolgens in chronologische volgorde besproken en geïntegreerd in de levensgeschiedenis van de cliënt. 

De cliënt leert in deze training technieken om meer controle te krijgen over zijn/haar denken, handelen en voelen. De cursus bestaat uit 3 onderdelen: informatie (bijvoorbeeld over PTSS en de gevolgen van trauma), praktische vaardigheden (bijvoorbeeld ontspannings- en assertieve vaardigheden) en cognitieve gedragstherapie (bijvoorbeeld leren beter voor jezelf te zorgen en gedrag, denkpatronen en zelfbeeld te veranderen).

STAIR staat voor “Skills Training in Affective and Interpersonal Regulation”, oftewel vaardigheidstraining in het reguleren van gevoelens en interpersoonlijke aspecten. Het leert de cliënt enerzijds vaardigheden hoe met emoties om te gaan zonder er overweldigd door te worden. Anderzijds leert hij/zij interpersoonlijke vaardigheden en contacten te verbeteren door niet de emotie te laten bepalen, maar eigen (interpersoonlijke) doelen te gebruiken als leidraad. De STAIR is een groepsaanbod dat gevolgd kan worden na de intakefase. 

Dit is een behandelmodule die online wordt gevolgd. De vaardigheidstraining bestaat uit een aantal modules, die elke een onderwerp behandelen dat relevant is voor mensen die last hebben van de gevolgen van één of meerdere traumatische gebeurtenissen. Denk hierbij aan het onderzoeken en leren reguleren van trauma-gerelateerde spanningsklachten, de bewustwording van emoties en het omgaan met gevoelens van onveiligheid. Daarnaast krijgt de cliënt handvatten om op een meer passende wijze met gevoelens van schuld, schaamte en boosheid om te gaan. In elke sessie krijgt de cliënt informatie, bekijkt ervaringen van voorbeeldcliënten en gaat aan de slag met één of meerdere oefeningen.